Gelatine geeft je desserts een prachtige textuur en een lichte stevigheid. Met dit wondermiddel maak je de mooiste bavarois, panna cotta of no-bake cheesecake. Toch kan het werken met gelatine best een uitdaging zijn. Daarom vertellen we je graag wat meer over het werken met gelatine en over de verschillende soorten gelatine. Je leest hoe je gelatine het beste kunt gebruiken en waar je op moet letten. Met de juiste kennis en technieken maak je de perfecte gelatinedesserts zonder problemen.
Gelatine is een natuurlijk bindmiddel dat wordt gemaakt van collageen uit de botten en huid van dieren – meestal varkens. Het wordt na een lang proces van koken en filteren omgezet in een kleur- en smaakloos product. Dit product heeft bijzondere eigenschappen. Gelatine kan vloeistoffen namelijk laten opstijven tot een zachte gel.
Er zijn drie hoofdvormen van gelatine verkrijgbaar die allemaal net even anders werken:
Bladgelatine: Dunne transparante vellen die je eerst moet weken in koud water voordat je ze kunt gebruiken. Bladgelatine wordt in Nederland het meest gebruikt. Je vindt het in de supermarkt in doosjes van 6 tot 12 blaadjes.
Gelatinepoeder: Een poeder dat je moet mengen met koud water voordat je het kunt gebruiken. Na het mengen moet het ongeveer 5-10 minuten wellen voor je het verwarmt.
Instant gelatine: Direct oplosbare gelatine die je in koude vloeistoffen kunt gebruiken. Je hoeft deze vorm niet eerst te weken of te verwarmen.
Voor wie geen dierlijke producten gebruikt, zijn er goede alternatieven:
Agar-agar: Gemaakt van zeewier en sterker dan gelatine. Agar-agar moet altijd worden gekookt om het te activeren. Het geeft een stevigere textuur dan gelatine.
Pectine: Een natuurlijk geleermiddel uit fruit. Pectine werkt goed met zure ingrediënten en suiker. Het wordt vooral gebruikt voor jam en fruitgelei.
Carrageen: Ook een zeewierextract. Het geeft een zachte gelei die goed smelt in de mond. Carrageen werkt goed met melkproducten.
Gelatine heeft een bijzondere eigenschap. Bij verhitting lost het op in vloeistof. Bij afkoeling vormt het een netwerk van eiwitten dat de vloeistof vasthoudt. Dit proces heet geleren.
Als je gelatine aan een warme vloeistof toevoegt, lost het op. De eiwitten in de gelatine verspreiden zich door de vloeistof. Tijdens het afkoelen verbinden deze eiwitten zich weer met elkaar. Ze vormen een driedimensionaal netwerk. Dit netwerk houdt de vloeistof vast in een gel-achtige structuur. Zo maak je van een vloeistof dus een gel.
Gelatine is erg temperatuurgevoelig, daarom is het extra belangrijk dat je gelatine op de juiste manier en bij de juiste temperatuur gebruikt:
Onder 15°C begint gelatine te geleren
Tussen 15-35°C krijg je een stevige gel
Boven 35°C begint de gel te smelten
Bij ongeveer 60°C is de gelatine volledig vloeibaar
Deze eigenschap maakt gelatinedesserts zo aangenaam in de mond. Ze smelten precies bij lichaamstemperatuur.
Verschillende ingrediënten beïnvloeden de werking van gelatine ieder op hun eigen manier. Houd daar rekening mee als je met gelatine aan de slag gaat.
Zure ingrediënten: (citroen, yoghurt, fruit): Zuur breekt gelatine af. Bij zure recepten heb je meer gelatine nodig.
Vetten: (room, kokosmelk): Vetten vertragen het geleerproces. Ze verzwakken de bindkracht van gelatine, dus ook met vette ingrediënten heb je meer gelatine nodig.
Eiwit en enzymen: (vers ananas, kiwi, papaja): Deze breken de gelatine af. Je kunt deze vruchten niet vers gebruiken in gelatinedesserts. In blik of gekookt werken ze wel omdat de enzymen dan inactief zijn.
Alcohol: Sterke alcohol kan het geleerproces vertragen. Gebruik bij alcoholhoudende desserts dus ook iets meer gelatine.
De juiste verwerking van gelatine is belangrijk voor een perfect resultaat. Daarom is het belangrijk dat je weet hoe je met gelatine om moet gaan, hoe het werkt en hoe je het kunt gebruiken in je baksels en desserts.
Week de bladgelatine 5-10 minuten in ruim koud water.
Als de blaadjes zacht en buigzaam zijn, knijp ze dan voorzichtig uit.
Voeg de uitgeknepen blaadjes toe aan een warme (niet kokende) vloeistof.
Roer tot de gelatine volledig is opgelost.
Strooi het poeder over een kleine hoeveelheid koud water (volgens verpakking).
Laat het 5-10 minuten wellen zonder te roeren.
Verwarm het mengsel zachtjes tot het gelatinepoeder volledig is opgelost.
Voeg het bij je warme bereiding en roer goed door.
De hoeveelheid gelatine bepaalt hoe stevig je dessert wordt. Daarom is het belangrijk dat je weet welke verhoudingen je moet gebruiken en wat de invloed van gelatine is op de stevigheid van je deseert.
Zachte gel (voor mousses): 1 blaadje gelatine per 100-125 ml vloeistof
Medium gel (voor bavarois): 1 blaadje gelatine per 80-100 ml vloeistof
Stevige gel (voor taarten): 1 blaadje gelatine per 60-80 ml vloeistof
Wil je gelatine op de juiste manier gebruiken, dan hebben we een aantal bruikbare tips en tricks voor je.
Voeg gelatine nooit toe aan kokende vloeistof. De hitte breekt de gelatine af, waardoor je gelatine niet meer bruikbaar is
Meng opgeloste gelatine eerst met een beetje van je basis voor je het met de hele bereiding mengt
Laat een mengsel met gelatine altijd eerst iets afkoelen voor je slagroom of opgeklopte eiwitten toevoegt
Roer regelmatig tijdens het afkoelen om klontering te voorkomen
Laat je mengsel niet te ver afkoelen, dan gaat het namelijk stollen en als je er dan nog doorheen roert, krijg je klontjes
Met gelatine kun je veel verschillende desserts maken. Van lichte mousses tot stevige taartjes. Hier zijn enkele populaire opties.
Bavarois is een echte klassieker. Het is een romige pudding op basis van gelatine en slagroom. De gelatine zorgt voor een luchtige textuur die stevig genoeg is om vorm te houden. Mousses zijn luchtige desserts die bestaan uit opgeklopte slagroom of eiwitten met gelatine. De gelatine geeft stabiliteit aan de luchtige structuur zodat je dessert niet instort of gaat ‘lekken’.
Panna cotta betekent letterlijk "gekookte room". Het is een Italiaans dessert van room en melk gebonden met gelatine. De textuur is zacht en romig. Je serveert panna cotta vaak met fruitsaus of karamelsaus. Je kunt natuurlijk ook een lekker smaakje aan de room toevoegen. Ga bijvoorbeeld eens voor een witte chocolade panna cotta of meng wat frambozensap door je room voor een mooie roze panna cotta.
No-bake cheesecakes zijn perfect voor de zomer. Gelatine houdt de vulling van roomkaas en slagroom stevig zonder dat je de cheesecake hoeft te bakken. Hierdoor krijg je een lichte en frisse versie van de klassieke (gebakken) cheesecake. Je kunt je cheesecake met allerlei soorten fruit op smaak brengen voor een lekkere Zomerse variant.
Heldere fruitgeleien zijn verfrissend en mooi om te zien. Je kunt ze maken met fruitsap of siroop met gelatine. Ze zijn perfect voor warme dagen. Je kunt er ook vers fruit in verwerken voor een feestelijk resultaat.
Gelatine geeft marshmallows hun kenmerkende zachte en veerkrachtige textuur. Ook veel andere snoepjes zoals gummibeertjes zijn gemaakt met gelatine. Het geeft ze hun typische kauwbaarheid.
Zelfs met de juiste technieken kan er soms iets misgaan als je werkt met gelatine. Hier zijn oplossingen voor de meest voorkomende problemen.
Probleem: Je ziet kleine klontjes gelatine in je dessert. Oorzaak: De gelatine is niet goed opgelost of het warme mengsel is te snel afgekoeld. Oplossing:
Zorg dat de gelatine volledig is opgelost in een warme vloeistof voor je het toevoegt aan je recept
Roer gelatine altijd door een warme (niet hete) vloeistof
Zeef het mengsel als er toch klontjes zijn ontstaan
Sommige desserts kun je ook opnieuw opkloppen of opnieuw verwarmen, zeven en weer af laten koelen.
Probleem: Je dessert blijft te zacht of vloeibaar. Oorzaak: Te weinig gelatine, zure ingrediënten of enzymen die de gelatine afbreken. Oplossing:
Gebruik meer gelatine bij zure ingrediënten
Vermijd verse ananas, kiwi of papaja in gelatinedesserts
Controleer of je de juiste hoeveelheid gelatine hebt gebruikt
Zorg voor voldoende koeltijd (minimaal 4 uur)
Sommige desserts kun je opnieuw verwarmen, voeg dan wat extra gelatine toe en laat het dan weer afkoelen.
Probleem: Je dessert heeft een te stevige, rubberen textuur. Oorzaak: Te veel gelatine of te lang gekoeld. Oplossing:
Gebruik minder gelatine in het recept
Let op de juiste verhouding gelatine-vloeistof
Serveer het dessert niet ijskoud maar laat het 10-15 minuten op temperatuur komen
Probleem: Je ziet witte wolkjes of slierten in je gelei. Oorzaak: De gelatine is te snel afgekoeld voordat het goed gemengd was. Oplossing:
Laat de opgeloste gelatine iets afkoelen voor je het toevoegt aan een koude bereiding
Meng eerst een beetje van je basis met de opgeloste gelatine voor je het met alles mengt
Blijf goed roeren tijdens het afkoelen
Probleem: Je gelatine stolt al voordat je het goed kunt verwerken. Oorzaak: Te koude omgeving of te snelle afkoeling. Oplossing:
Warm het mengsel voorzichtig weer op tot het vloeibaar is.
Werk op kamertemperatuur, dit geldt voor alle ingrediënten.
Zorg dat je vorm klaarstaat voordat je de gelatine toevoegt.
Met deze tips maak je altijd een perfect gelatinedessert. Foutjes voorkom je natuurlijk liever dan dat je ze op moet proberen te lossen. Met deze tips komt dat helemaal goed:
Bereid gelatinedesserts altijd een dag of een paar uur van tevoren. Ze hebben tijd nodig om goed op te stijven.
Laat warme gelatinemengsels afkoelen tot lauwwarm voordat je ze in de koelkast zet. Dit voorkomt condensatie.
Werk op kamertemperatuur voor het beste resultaat.
Siliconen vormen werken het beste voor gelatinedesserts. Ze zijn flexibel en maken het losmaken eenvoudig.
Spoel de binnenkant van metalen of glazen vormen eerst om met koud water. Dit maakt het losmaken later makkelijker.
Gebruik ijsblokvormen voor kleine porties of decoraties.
Dompel de vorm kort in heet water (3-5 seconden) om de buitenkant te verwarmen.
Maak voorzichtig de randen los met een mes of spatel.
Schud zachtjes tot je voelt dat het dessert loskomt.
Leg een bord op de vorm en keer in één beweging om.
Bewaar gelatinedesserts afgedekt in de koelkast om uitdroging te voorkomen.
Zet individuele desserts in stevige bakjes om verschuiven te voorkomen.
Decoreer gelatinedesserts pas op de plaats van bestemming voor het beste resultaat.
Ja, maar dit kan niet 1-op-1. 1 blaadje gelatine (2 gram) staat ongeveer gelijk aan 1 theelepel (3 gram) poedergelatine. De exacte sterkte kan per merk verschillen. Controleer daarom altijd de verpakking voor de juiste verhouding.
Een gelatinedessert heeft minimaal 4 uur nodig om helemaal op te stijven. Voor het beste resultaat laat je het dessert een hele nacht in de koelkast staan. Grotere desserts hebben meer tijd nodig om op te stijven dan kleine porties.
Ja. Je kunt gelatine meerdere keren omsmelten en weer opnieuw laten opstijven. Verwarm het mengsel voorzichtig tot het weer vloeibaar is. Vermijd te hoge temperaturen. Bij elke opwarming verliest de gelatine namelijk wel iets van zijn bindkracht.
Gelatine werkt met de meeste vloeistoffen. Toch zijn er een aantal vloeistoffen die een verminderende invloed hebben op de werking van de gelatine.
Pure alcohol (verdun dit eerst met water)
Zeer zure vloeistoffen (gebruik daarvoor extra gelatine)
Vloeistoffen met proteolytische enzymen (zoals ananas, kiwi, papaja, etc.)
Ja en nee. De structuur van gelatine verandert door invriezen en ontdooien. De structuur kan waterig worden of zelfs gaan schiften. Sommige gelatinedesserts met een hoog vetgehalte (zoals cheesecake) kunnen wel goed worden ingevroren. Mousses en panna cotta zijn minder geschikt om in te vriezen.
Met gelatine kun je prachtige creaties maken die er niet alleen goed uitzien maar ook heerlijk smaken. Met deze lekkere en leuke tips maak jij een prachtig dessert!
Gelaagde desserts zien er spectaculair uit én ze zijn ook nog eens lekker. Als je deze stappen volgt, krijg je een prachtig gelaagd dessert:
Maak je eerste laag en laat deze opstijven in de koelkast totdat deze stevig is, maar nog wel een beetje plakkerig is. Daardoor kan de volgende laag nog goed hechten.
Giet voorzichtig de volgende laag bovenop de eerste laag.
Herhaal dit proces totdat je alle lagen hebt gemaakt.
Tip: Zorg dat elke laag ongeveer dezelfde temperatuur heeft om te voorkomen dat de lagen gaan smelten en door elkaar lopen.
Gelatine is een superfijn product om verschillende kleuren en variaties in transparantie mee te maken. Extra leuk in een gelaagd dessert!
Gebruik fruitsappen en voedselkleurstoffen voor kleurige gelatinedesserts.
Maak heldere lagen afgewisseld met romige lagen voor een mooi contrast.
Experimenteer met verschillende fruitpurees voor natuurlijke kleuren.
Omdat je met gelatine (half) doorzichtige desserts kunt maken, kun je er ook makkelijk leuke decoratieve elementen in verwerken.
Verwerk fruitstukjes of eetbare bloemen in je gelatine voor een bijzonder effect.
Maak kleine gelatinevormen als decoratie op grotere desserts.
Gebruik verschillende kleurtjes dunne gelei laagjes als topping op taarten of mousses.
Met de tips uit dit artikel ben je helemaal klaar om te experimenteren met gelatine. Begin met simpele recepten zoals panna cotta of kwarktaart. Experimenteer eerst wat en doe wat ervaring op voordat je met complexere desserts zoals gelaagde creaties of feestelijke taarten aan de slag gaat.
Met gelatine kun je eindeloos variëren. Je kunt spelen met smaken, kleuren en texturen. Met wat oefening maak je de meest indrukwekkende desserts die niet alleen heerlijk smaken maar er ook prachtig uitzien.
Met gelatine moet je wel wat geduld hebben. Neem de tijd om de desserts op te laten stijven. Het resultaat is namelijk 100% het wachten waard! Veel plezier met het maken van je gelatinedesserts.