Stokbrood

Begin op tijd met de voorbereidingen. Goed deeg moet vaak en lang rijzen. Als je een vers warm gebakken stokbrood op tafel wilt zetten, begin dan zeker 4 uur van te voren met het gistmengsel.

Doe de suiker (0,25 tl) en water (30 ml) in een schaaltje en roer tot de suiker bijna is opgelost. Voeg dan de droge gist (1 tl) toe en roer goed.

Zet 10 minuten weg zodat de gist reageert met het water en de suiker. Dit zie je doordat het mengsel licht begint te schuimen.

Doe het handwarme water (300 ml), de bloem (450 g) en het gistmengsel in een kom en roer met een vork door elkaar tot alle bloem is opgenomen. Dek het deeg vervolgens af met een schone theedoek en laat 20 minuten rusten.

Voeg na 20 minuten zout (1 tl) toe en kneed het deeg 10 minuten goed door. Laat, wederom, afgedekt met een theedoek 45 minuten rijzen in een kom op een tochtvrije plek.

Maak na 45 minuten van de deegbal een rechthoek en vouw de zijkanten over elkaar. Draai het deeg een kwartslag en vouw de zijkanten weer over elkaar. Doe het deeg terug in de kom en laat nog 1 uur rijzen onder een theedoek.

Verdeel het deeg in 3 gelijke delen en maak van elk deel een rol van ongeveer 30 cm.

Leg de rollen op bakpapier op de bakplaat en trek het papier tussen de rollen een stukje omhoog, zo rijst het deeg niet tegen elkaar. Laat je broden op de bakplaat nog 1 uur rijzen.

Verwarm voor het einde van de rijstijd de oven alvast voor (elektrisch 240°C / hetelucht 220°C, boven- en onderwarmte).

Zet onder in de oven een braadslede of grote ovenschaal met water.

Snijd de stokbroden in en besprenkel ze met water. Bestuif de broden eventueel met een handje bloem voor een ambachtelijk effect.

Bak de stokbroden in ongeveer 30 minuten tot ze knapperig en goudbruin zijn.