Pruimentaart met amandelspijs

Klop een ei los. Vermeng een deel van het ei met de witte basterdsuiker (60 g), roomboter (120 g), bloem (180 g) in een kom. Kneed het geheel met een mixer met deeghaken of met de hand tot een samenhangend deeg.

Laat het deeg minimaal een uur rusten in de koelkast.

Vermeng het amandelspijs (250 g) met 2 à 3 eetlepels van het resterende ei. Mix de amandelspijs los.

Voeg de melk (125 ml) en de eieren (3 stuks) toe aan het amandelspijs. Mix dit tot een samenhangend mengsel.

Giet de amandelspijsvulling in een maatbeker. Zet dit in de koelkast.

Verwarm de oven voor (elektrisch 170°C / hetelucht 160°C).

Leg een vel bakpapier op de bodem van de springvorm en klem de ring erop. Vet de randen van de vorm in met bakspray.

Maak de pruimen (6 stuks) schoon door de pit te verwijderen. Snijd het vruchtvlees in partjes van ongeveer 1 cm breed.

Rol het deeg uit. Bekleed de bakvorm met het deeg. Bekleed de zijkant van het springvorm tot 3,5 centimeter hoogte met het deeg.

Neem de maatbeker met de amandelspijsvulling. Giet de vulling voorzichtig in de taartvorm.

Duw de pruimenpartjes in de amandelspijsvulling. Bak de taart in 45 minuten goudbruin.

Laat de taart afkoelen op een rooster.