Mini Brabantse worstenbroodjes

Doe de witbrood mix (1 pak) en de boter (25 g) in een beslagkom. Voeg het water (275 ml) toe. Kneed het geheel tot een soepel deeg.

Kneed het deeg met de handen nogmaals goed door en laat het eventueel nog 15 minuten narijzen voor luchtigere Brabantse worstenbroodjes.

Kruid het gehakt (250 g) met de gehaktkruiden (0,5 zakje). Verdeel het gehakt in 30 stukjes en maak er kleine worstjes van.

Bestrooi het werkblad met een beetje bloem. Verdeel het gerezen deeg in 30 stukken en draai hier bolletjes van. Druk de bolletjes plat tot een cirkel. Leg op elke deegcirkel een gehaktworstje en vouw het deeg eromheen.

Bekleed de bakplaat met bakpapier. Klop een eitje los. Leg de Brabantse mini-worstenbroodjes met de naad naar beneden op een ingevette bakplaat en bestrijk ze met het losgeklopte ei.

Laat de worstenbroodjes op de bakplaat, afgedekt met bijvoorbeeld wat huishoudfolie, 45 minuten narijzen.

Verwarm, terwijl de broodjes nog op de bakplaat rijden, de oven alvast voor (elektrisch 220°C / hetelucht 200°C).

Bestrijk de Brabantse worstenbroodjes, alvorens ze in de oven te plaatsen, nog een keer met het losgeklopte ei.

Plaats de bakplaat iets onder het midden van de oven en bak de mini-worstenbroodjes in ca. 20 minuten gaar en mooi goudbruin.

Leg je Brabantse mini-worstenbroodjes hierna op een rooster om een beetje of geheel af te koelen. Vervolgens kun je ze nog warm, maar ook koud serveren.