Appeltaart met vlecht

Verwarm de oven voor (elektrisch 180°C / hetelucht 165°C. Vet de springvorm in met boter of gebruik een bakspray.

Roer de boter (300 g) zacht in een beslagkom en voeg de basterdsuiker (220 g) toe.

Klop een ei (1 stuk) los. Zeef het Koopmans Zelfrijzend Bakmeel (450 g) en voeg dit samen met wat zout (snufje) en het losgeklopte ei toe aan het botermengsel.

Kneed het geheel met de mixer met deeghaken (of met de hand) tot een samenhangend appeltaartdeeg. Laat het appeltaartdeeg circa 10 minuten rusten in de koelkast.

Verwijder de klokhuizen met een appelboor. Halveer de appels (1 kg) en snijd in flinterdunne plakken. Meng de plakjes met het sap van een halve citroen en de kaneel (1 tl).

Bekleed met driekwart van het appeltaartdeeg de bodem en de rand van de springvorm. Vul de vorm dakpansgewijs met het appelmengsel en druk dit aan.

Bestuif het aanrecht met wat bloem. Rol met behulp van een deegroller het overige appeltaartdeeg uit tot een grote plak van 0.5 centimeter dik. Snijd 9 stroken van 1 centimeter breed. Maak 3 gelijke vlechten en verdeel over het appelmengsel.

Kneed het overige appeltaartdeeg tot een bal en rol vervolgens met een deegroller uit tot een plak van 0.5 centimeter dik. Steek met de sterrensteker vormpjes uit het appeltaartdeeg en verdeel de sterren over de rand van de appeltaart.

Klop nogmaals een ei (1 stuk) los. Bestrijk hiermee het appeltaartdeeg.

Bak de appeltaart iets onder het midden in de voorverwarmde oven in circa 75 minuten gaar en goudbruin.