Helemaal zelf een chipolatataart maken? Stap in de tijd en reis terug naar de weelderige Franse patisserie, waar de geschiedenis van de chipolatataart zijn oorsprong vindt. Met zijn drie lagen luchtige biscuit, bedekt met een zelfgemaakte vulling van banketbakkersroom, slagroom, fruit en bitterkoekjes, heeft de chipolatataart de harten veroverd van velen. Dus waag je aan deze culinaire reis en ontdek de magie van de chipolatataart, waarin de Franse en Nederlandse culinaire tradities samenkomen in een verrukkelijk stukje gebak.
Bestel gemakkelijk en snel je bakproducten bij ons zusje DeLeuksteTaartenshop.
Weeg allereerst alle ingrediënten zorgvuldig af met behulp van een keukenweegschaal. Week de gelatine (1 blaadje) in ruim water.
Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier en vet de randen in met boter.
Doe de melk (500 ml) in een pan. Snijd het vanillestokje (1 stokje) in de lengte open. Schrap met de achterkant van een mes het merg uit het vanillestokje. Voeg de merg en het vanillestokje toe aan de melk. Breng de melk aan de kook.
Doe in een ruime kom de eierdooiers (4 stuks), suiker (75 g) en de maïzena (6 g) bij elkaar. Klop dit op tot een schuimige massa. Haal de pan van de warmtebron en giet de kokende melk bij het eierdooiermengsel. Giet het terug in de pan. Breng de banketbakkersroom al roerend aan de kook. Kook de banketbakkersroom door totdat deze dik genoeg is. Dit duurt ongeveer 2 tot 3 minuten.
Voeg als laatste de gelatine toe aan de warme massa. Roer de gelatine goed door de massa. Doe de banketbakkersroom in een platte schaal, dek het af met huishoudfolie en laat deze volledig afkoelen. Het vanillestokje mag er voor nu in blijven zitten.
Verwarm de oven voor (elektrisch 200°C / hetelucht 180°C). Splits de eieren (3 stuks). Doe de eiwitten in een brandschone kom.
Maak je kom goed vetvrij met heet water en sterk afwasmiddel en/of neem een keukenpapier met citroensap en haal deze door de kom. Dit werkt het beste bij glas.
Start met het stijf kloppen van de eiwitten. Voeg lepel voor lepel de suiker (75 g) toe wanneer de eiwitten stijf begint te worden zijn. Klop de eiwitten verder op tot alle suiker is opgenomen.
Zet de mixer uit en voeg met een spatel het eigeel toe. Roer het eigeel voorzichtig door de eiwitten. Zeef als laatste de maïzena (6 g), bloem (75 g) en zout (snufje) boven de kom. Spatel de maïzena, bloem en zout voorzichtig door het mengsel. Doe het beslag in de springvorm.
Bak de biscuit in 20 tot 25 minuten gaar. Haal de biscuit direct uit de vorm. Laat de biscuit afkoelen op een rooster. Dek de biscuit, tijdens het afkoelen, af met bakpapier om uitdrogen te voorkomen.
Controleer met bijvoorbeeld een satéprikker aan het einde van de baktijd of de biscuitbodem voldoende gaar is. Komt de prikker er droog uit, dan kun je de bodem uit de oven halen.
Laat het cocktailfruit (70) goed uitlekken in een zeef. Snijdt de bitterkoekjes (10-12 stuks), cocktailfruit en de bigarreaus (10 stuks) in kleine stukjes.
Let op: voor dit recept heb je 70 gram uitgelekt cocktailfruit nodig
Klop de slagroom (250 ml) stijf. Klop de afgekoelde banketbakkersroom los. Verwijder het vanillestokje uit de banketbakkersroom en weeg 400 gram af. Schep de slagroom door dit deel banketbakkersroom (400 gram).
Voeg de gesneden bitterkoekjes, cocktailfruit en de bigarreaux toe. Voeg als laatste rum of marasquin naar smaak toe. Zet de chipolatavulling in de koelkast.
Doe de roomboter (250 g) en de poedersuiker (50 g) in een kom. Klop dit luchtig en tot het wit ziet. Voeg de vanille-aroma (1 tl) toe en mix tot het is opgenomen.
Zorg dat de banketbakkersroom op kamertemperatuur is. Anders zal de botercrème schiften. Klopt de room met een spatel even los. Voeg de overgebleven banketbakkersroom schepje voor schepje toe aan de botercrème tot alles is opgenomen.
Dit botercrème mengsel is bedoeld om als een basislaag op de chipolata cake aan te brengen voordat je het fondant erop plaatst
Doe het water (75 ml), alcohol (25 ml) en suiker (30 g) in een pannetje en breng het aan de kook. Roer tot de suiker is opgelost en laat de siroop afkoelen. Nu heb je een zogeheten trempeersiroop om de biscuitbodem mee te doordrenken.
Neem de biscuittaart en snijd deze twee keer door. Zo ontstaan er drie lagen. Leg de eerste laag van de biscuit op een bord. Neem een bakkwast en smeer de bovenkant van de laag voorzichtig in met de trempeersiroop.
Doe de chipolatavulling in een spuitzak. Knip een stukje van de spuitzak af. Dit mag een wat grotere opening zijn. Spuit een cirkel van chipolatavulling langs de buitenrand van de biscuit en vul deze daarna op met de chipolatavulling. Deze laag mag gerust 1,5 tot 2 cm dik zijn.
Leg de tweede laag op de eerste laag met chipolatavulling. Herhaal het tremperen en het vullen met de chipolatavulling. Leg als laatste de derde laag op de tweede laag. Trempeer deze laag ook. De taart is nu gevuld. Zet de taart minimaal 1 uur in de vriezer. Dit helpt straks om de taart af te smeren met botercrème.
Neem de taart uit de vriezer. Neem de botercrème en smeer de taart hiermee af. De taart moet aan de zijkant en bovenop een mooi en glad laagje botercrème hebben. Houd wat botercrème over voor decoreren.
Neem de marsepein (500 g) en kneed het soepel. Breng de marsepein op kleur met rode kleurstof (1 tube). Zorg dat deze goed gemengd is. Rol de marsepein uit tot een lap van ongeveer 3 mm dikte. Bekleed de taart met de marsepein.
Niet alle marsepein wordt gebruikt, maar deze hoeveelheid is nodig om de taart te kunnen bekleden. Marsepein kan goed ingevroren worden.
Versier de taart met toeven botercrème en aardbeien (8 stuks).
Smelt de chocolade (50 g) au bain-marie en doe dit in een kleine spuitzak. Versier de taart als laatste met de chocolade.